Lang geleden bezaten de Man en ik een moestuintje. Tijden veranderen en waar eens onze groenten zo welig tierden, verscheen een boel beton. Het is niet anders. Op herfstachtige dagen, als de weemoed over de velden hangt, denken wij nog wel eens terug aan de overvloedige oogst van dunne, gele boterboontjes. Of de mandenvol met Korona aardbeien, zo zoet alsof ze van nature gesuikerd waren. Ook om niet snel te vergeten waren de Thornless Evergreen bramen. We plukten en we plukten, maakten vele liters sap, roerden in soeppannen vol jam, totdat alles in huis, inclusief wijzelf, paars van kleur geworden was.
Voor de botermalse Meikoningin kom ik superlatieven tekort. Hoe heerlijk was dat, de haast vettige blaadjes sla in koud water te wassen, om ze daarna droog te slaan en te mengen met zelfgekweekte tomaatjes en komkommer. Gegeten met een pas gestoken, nieuw aardappeltje erbij geloofden wij op zulke momenten voor even weer dat God bestond. Op andere dagen waren er dan de piepjonge worteltjes (Amsterdamse bak), die ik combineerde met de suikererwtjes (oh, hoe therapeutisch was het tevoorschijn halen van deze groene pareltjes uit hun fluwelige schil). De courgettes die maar bleven groeien tot ze het formaat hadden van een stoere mannen-onderarm en wij niet meer wisten wat we er mee moesten.
De zomermaanden werden destijds dan ook gekenmerkt door schoffelen, oogsten, wassen en verwerken van al dat lekkers. Aangezien er overdag gewoon gewerkt moest worden, gebeurde het meeste werk in de avonduren, vaak waren we tot 11 uur bezig. Ik droom er soms nóg van.
Zoals gezegd: tijden veranderen. Het tuingereedschap ligt er verroest bij, maar nog steeds probeer ik smaakvolle groenten en fruit te pakken te krijgen. Dat lukt niet altijd. Gelukkig zijn er uitzonderingen. Een boertje annex campinghouder op Schouwen-Duiveland verkoopt – zoals hij het zelf noemt – kasbonen. Het houdt het midden tussen pronkbonen en sperziebonen. Deze smaken nog écht naar boon, niet naar gedroogd gras, niet naar onrijpe peulvruchten, nee, deze hebben een onvervalste bonensmaak. Jullie denken nu bij het zien van de foto: dikke bonen, bah! Normaliter is dat ook zo, want een dikke boon bevat vaak ook dikke, witte peulen.
Deze kasbonen niet, die zijn groen van binnen. En ze smaken zoals ze er uit zien:
vlezig en toch heerlijk mals. Een boon die ik tien keer liever eet dan de gerimpelde haricot verts uit Kenia. Als ik ze dop, voel ik me weer een beetje grootgrondbezitter. Net als toen, zo’n 20 jaar geleden, toen geluk nog heel gewoon in een boontje zat.
Kan helemaal met je meevoelen......het duurt nog even voor wij weer in de bonen zijn.....en ook ik ga voor de (bijna) bonenloze spercieboon.....heerlijk!
BeantwoordenVerwijderen