Ik heb dan ook het twijfelachtige genoegen bijzonder verassende creaties te mogen proeven. In geen enkel kookboek ooit vertoond: gestoofde vis met verkruimeld zuurdesembrood (bij gebrek aan citroen en paneermeel), gehaktballetjes gemengd met pindakaas, ketjap en chilisaus (ik vrees dat De Man dit in zijn binnenste satéballetjes noemt) rauwe witlof met kwark-sinaasappeldressing (omdat mayo nooit op het boodschappenbriefje staat) en gewokte groenten met gortdroge rijst (veganistisch heet dit vermoed ik).Bovendien oogt het ook altijd redelijk chaotisch.
Mij hoor je niet klagen, is een uitdrukking die niet op mij van toepassing is. Natuurlijk mopper ik. Het is te flauw, te droog, te zoet, te rauw. Zo kibbelen we ons de maaltijd
door. Want ik eet graag lekker. En je bent wat je eet, nietwaar? Of zoiets dan toch.Maar gelukkig is het niet altijd povertjes. Op goeie dagen maakt De Man lange boodschappenlijstjes, komt het schort uit de kast en eten we overheerlijke nasi of bami uit de skottelbraai, paling in ’t groen of geroosterde lekkernijen uit de Cobb.
Kortom: het leven op het platteland is uitermate afwisselend en spannend.
:) Met een hele grote glimlach gelezen Nell :)
BeantwoordenVerwijderen