In huize Eetplezier is men met enige regelmaat in de olie te vinden. Dat komt omdat er zoveel van in huis is. Op basis van amandelen, van walnoten, van truffels, van citroenen, van sesamzaden, van zonnebloempitten, maar bovenal toch van olijven. Olijfolie extra vergine, de Man en ik zijn ware innemers. Er wordt van gesmikkeld in de dressing, op de bruschetta, over de ratatouille gesprenkeld of gewoon op een stukje eerlijk brood met wat grof zeezout.
Ik heb er al heel veel geprobeerd. Griekse.Italiaanse. Zuid-Afrikaanse. Her en der gekocht. In de supermarkt. In delicatessenzaken. Bij Oil and Vinegar. Bij dit laatste concern koop ik veelal de Castello Zacro, een peperige, diepgroene olie afkomstig van Kreta. Verrukkelijk op zuurdesembrood!
De meest maagdelijke olie echter is die van Valderrama. In mijn directe omgeving is er erg moeilijk aan te komen, helaas. Maar wie zoekt, zal vinden en uiteindelijk heb ik mijn goudgeel olijvensap dan toch in huis!
Valderrama kent 5 variëteiten. De Hojiblanca, de Picudo, de Ocal, de Cornicabra en de Arbequina. De laatste spreekt mij qua smaakbeleving het meest aan. De Arbequina heeft de frisse smaak van groene appeltjes, met een “crispy” ondertoon. Pas gemaaid gras. Voorjaar. Ontluikend verlangen. In deze soort geen enkel spoor van het beruchte bittertje, wat veel mensen niet kunnen waarderen in olijfolie.
Elke keer als ik nu de deur van mijn provisiekast opendoe, staat de Arbequina naar me te glimschateren: pak me, pak me! Drink me! Maar vandaag is het schitterend nazomerweer. De zon wacht op ons. De Man neemt vrij en we gaan zuurstof snuiven. In de keuken blijft het vandaag stil en leeg.
Niets lekkerder dan 'n echte goede olijfolie!
BeantwoordenVerwijderen