
“Ik neem hem”, zeg ik op besliste toon.
“Hij past niet meer in de kast”, probeert de Man nog. Zonder resultaat. Ik heb hem al in mijn handen. “Zie je, precies een mooie middelmaat, lekker zware bodem en een licht deksel. Perfect.” Ik denk de Man bevestigend te zien knikken. Er is alleen een diagonaal vouwtje naast zijn linkerwenkbrauw. Het is hetzelfde vouwtje dat ook altijd aanwezig is als hij midden in een moeilijk op te lossen enen-en-nullenpuzzel zit. Hmm, vreemd. Maar mijn hogere wiskunde reikt op dat moment niet verder dan het tevoorschijn halen van mijn pinpas.
Het is nog net geen huppelen wat ik doe als ik met het keurig ingepakte pakketje de winkel verlaat. Lief pannetje wordt ontdaan van alle stickers, krijgt een mild wasbeurtje (nee, nee, nooit schurende middelen gebruiken) om daarna een veilig slaapplekje voor hem te gaan zoeken. Ik open alle deurtjes van de kasten in mijn keuken. Her en der schuif ik wat opzij. Echt veel ruimte creëer ik er niet mee. De pannen worden opnieuw gerangschikt: de zware Staub naast de anti-aanbak vispan, het biefstukpannetje in de wok, mijn vertrouwde Scanpan naast het eierpannetje ….nu de grote Sillit braadpan nog ….en die ovenvaste met glazen deksel daar ……even kijken ……de casserole kan daar ….. ovenschalen hier …..oeps, nog geen plek over!
Allekanaries-op-een-stokkie, het is niet anders, ik zal echt iets weg moeten doen. Maar zoals een het een meisje betaamt, dien ik vooraf een logische redenering te verzinnen, zonder afbreuk te moeten doen aan mijn eigen reputatie. Hiervoor neem ik mijn toevlucht tot verbleekte schooltheorieën: 1² = 1.
Waarmee ik ter plekke de essentie van ware wiskunde creëer: zolang je in het kwadraat blijft denken is ruimte oneindig. Hoezo, vrouwen denken niet vaak genoeg oplossingsgericht?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten