
Voor 2 personen:
2 portobello’s
2 fijngehakte sjalotjes
2 fijngehakte tenen knoflook
4 eetlepels geraspte Parmezaanse kaas (een groot handvol)
2 eetlepels panko (niet afgestreken)
2 eetlepels fijngehakte platte peterselie (niet afgestreken)
zout/peper
Wrijf de portobello’s goed schoon en verwijder het steeltje. Met een theelepel of zo’n stekertje voor meloenbolletjes kun je een laag van de binnenkant afschrapen. Ze moeten wel minstens ½ cm dik blijven! Bestrijk ze zowel aan de binnen- als aan de buitenkant met olijfolie. Leg ze daarna in een vuurvaste schaal.
De sjalot tezamen met het fijngehakte portobello-schraapsel in een flinke scheut olijfolie aanfruiten. In een schaaltje de kaas, panko, peterselie, knoflook, peper/zout en het afgekoelde sjalotmengsel goed door elkaar mengen. Als het te droog wordt, nog een scheut olijfolie toevoegen. De portobello’s vullen met dit mengsel.
Circa 15-20 minuten bakken in een voorverwarmde oven op 180°.
Leef je uit op de tomatensaus! Gebruik ui, knoflook, verse tijm, oregano en vooral veel rijpe (ontvelde) tomaten. Probeer biologische te pakken te krijgen, die zijn over het algemeen veel zoeter en lekkerder dan de niet-biologische. Hoe langer het pruttelt, hoe meer tomatensmaak. Ik doe er altijd nog een scheutje japanse sojasaus (ter vervanging van het zout) en behoorlijk wat versgemalen peper en/of chilivlokken.
Eet smakelijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten