Foto: Willem Mieras
Bij mij om de hoek ligt een prachtig stuk ongerept natuurgebied, de Zwaakse Weel. Ik zou er wel elke dag willen vertoeven, zeker op zonnige dagen als vandaag. Ooit was dit een getijdenkreek, nu is het een rustig watertje. Rondom de kreek natte graslanden, rietkragen en bloemrijke hooilanden, waarin de kleine karekiet, rietzanger, steenuil en bruine kiekendief zich prima thuis voelen. In het brakke, vochtige grasland groeien zeebies en zeegroene zegge.
Natuurmonumenten heeft de laatste jaren hard gewerkt aan natuurherstel en herinrichting van genoemd gebied. Rondom de Zwaakse Weel zijn diverse fiets- en wandelpaden aangelegd. Werd voorheen één van deze paden onderbroken door een steile trap nabij het spoorlijntje van de Stoomtrein Goes-Borssele, daar is sinds kort een einde aan gekomen. De trap is er nog, maar een nieuw aangelegd pad (talud) biedt nu toegang aan rolstoelgebruikers en kinderwagens om bovenop de dijk te komen. Op deze manier kan ook deze groep nu van het gehele pad genieten. Hulde aan initiatiefnemer Jaap van Dort, René Wink en Lindoana Todicescu van Natuurmonumenten die dit initiatief daadwerkelijk ten uitvoer brachten.
Vertrekpunt: werkschuur Natuurmonumenten, Zwaaksedijk 5 te Kwadendamme.
Zittend op een bankje, uitkijkend over een feeëriek stukje Zwaakse Weel, mijmerend over een leven vol onthaasting, kwam ik ooit tot het volgende gedicht
Locus Amoenus
Wij dragen lucht, happen golven in de dag,
fluiten lichte liedjes, vlechten schaduwen
en kijken toe hoe de parels zullen rollen
naar een plek in de melkweg. We stralen
of ons leven aan klatergoud hangt, smelten
dagen van graniet om tot ongerepte lichtheid.
Daar baden we in groene koelte, vlijen
de tijd dicht tegen ons aan en wachten
tot de zon in ons zal ondergaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten