Villa Augustus is een hotel-restaurant met markt-café. De hotelkamers zijn ondergebracht in een oude watertoren en het bijbehorende pompgebouw (anno 1942) is ingericht als restaurant. Tussen deze twee markante gebouwen in ligt een moestuin van 1,5 ha waarin biologische producten worden verbouwd voor eigen gebruik.
Bij Villa Augustus is alles anders dan je gewend bent aan te treffen bij een restaurant. Zodra je de voordeur gepasseerd bent, stap je in de wonderlijke wereld van een bedrijvig dorpsplein. De bakker rolt er zijn deeg uit, schuift taartjes in de oven; de groenteboer stalt er zijn knisperverse waar uit. Zó uit de tuin, met de vruchtbare grond er nog aan, klaar om verwerkt en doorgeschoven te worden naar de restaurantkeuken achterin. Een mens komt hier ogen tekort. Want naast al het voedsel staan de meest kleurige dingen uitgestald: serviesgoed van Emma Bridgewater, grappige notitieboekjes, een hoek met kook- en kinderboeken, vogelhuisjes, bloemen, wijn, zelfgemaakte pasta en nog veel meer bio-hebbedingetjes. Alles is te koop hier, dat wordt dus flink mijn hand op de knip zien te houden.
Als ik uiteindelijk elk dingetje besnuffeld heb, trekt de Man mij mee door een smal gangetje naar het imposante restaurantgedeelte. We komen terecht in een heuse fabriekshal met een gigantisch hoog plafond en dito ramen, waardoor strijklicht naar binnen valt. Ondanks de industriële omgeving, ervaar ik de ambiance als uitnodigend. Het voor mij bekende “onderdompelgevoel”. Dat heeft waarschijnlijk alles te maken met de dynamische sfeer die er heerst. Nijvere jongens en meisjes lopen heen en weer en in de grote open keuken is het een drukte van belang. Er wordt vlees gebakken, pompoen geschild, pizza in de houtoven geschoven.
Wij dalen er neer omstreeks16.30 uur. De perfecte tijd voor een glaasje wijn en iets lekkers om te knabbelen. Het glaasje wijn is geen probleem, er is een bescheiden kaart met wijnen per glas. Zelfs mijn favoriete Vermentino staat erop! Brood en olie wordt ongevraagd op tafel gezet, de wijn is prima en wij vermaken ons gedurende lange tijd opperbest met het uitzicht op de keuken.
Na het brood in zijn geheel opgepeuzeld te hebben, besluiten we toch ook maar iets warms te nuttigen. Zeeland is nog een uurtje rijden en ik weet dat de koelkast thuis weinig te bieden heeft. Ik wil iets eenvoudigs, niet te zwaar en geen vis of vlees. Op een van de krijtborden staat een taartje van aubergine met aardappel met salade, yep, that’s mine. De Man neemt een pizza met snijbiet, tomaat en kaas.
Tot zover lijkt Villa Augustus in alle opzichten een perfecte plek. Fantastische transformatie, authenticiteit, loungesfeer, dartele bediening, biocultuur, kleurrijk …. alle elementen zijn aanwezig om gasten te verrassen en te vermaken.
Volop koks in de keuken, meer dan voldoende keukenapparatuur, weinig drukte ….. en toch is men hier kennelijk niet in staat tot het bereiden van een eenvoudig gerecht. Het auberginetaartje blijkt een grote hoeveelheid aardappelpuree te zijn, met daarbovenop totaal verpieterde aubergineschijfjes. Alsof ze een nacht lang in de oven staan drogen hebben, de groente is taai, droog en smaakloos geworden. Een enorme berg salade is bedoeld om het gebrek aan appetijtelijk genoegen nog enigszins op te krikken.
Aan de andere kant van de tafel hoor ik ook diepe zuchten. Hoewel de topping van de pizza best lekker is, is de krokante bodem ver te zoeken. Die is klef en zacht. Waarschijnlijk het gevolg van té natte groenten. Elke amateurkok weet hoe dit te verhelpen is. Groenten tevoren garen en goed laten uitlekken.
Dat ze hier met zoveel faciliteiten op het gebied van directe toelevering en technische uitrusting, geen eenvoudige maaltijd smaakvol op tafel weten te krijgen, is een jammerlijk gemiste kans voor Villa Augustus. De aanstuurders in de keuken mogen zich dit aanrekenen. Hoe mooi en sfeervol het hier ook is, hoeveel energie er door het jonge team ook wordt geïnvesteerd in hun taak: het stopt bij het eten.
Teleurstellend, want een fijn bordje eten zou de kers op de taart kunnen zijn.