Ogend als mini-pastinaak, doet hij mij niet onmiddellijk het water in de mond lopen. Hoe lyrisch er ook over de pastinaak geschreven wordt, ik word er niet blij van. Al helemaal niet als er puree van gemaakt wordt. Een naar zalvend mondgevoel in combinatie met een zoetige, laffe smaak geven mij het gevoel alsof ik weer in de luiers terecht gekomen ben.
De wortelpeterselie is echter het opgeleukte, volwassen broertje van de pastinaak. Pittiger en kruidiger. Lekkerder dus. Doe je ogen dicht, knabbel op een rauw stukje en je herinnert je oma’s groentensoep. Iets van knolselderij, wortel met een zweem peterselie prikkelen de smaakpapillen. Lavas meen ik ook nog te proeven, ergens heel in de verte. In ieder geval een smakelijk peentje.
Wat ik er mee gaan doen? Zaterdag wil ik een pan ouderwetse soep maken, inclusief vetkraaltjes. Met handgedraaide gehaktballetjes, verse kruiden en bergen groenten erin: wortel, venkel, prei, boontjes, bloemkool. En natuurlijk zullen bovengenoemde winterwitte wortelen er niet in ontbreken. Opdat deze soep de verkleumde kinderlijfjes zal kunnen verwarmen na het jaarlijks terugkerende drama van een tergend langzame aankomst van de Goedheiligman. Na deze martelgang overheerst steevast maar één gedachte. Open haard. Wollen dekens. Voetenzakken. En soep. Sloten hartverwarmende soep.